Rondje Zutphen

“Vanuit het westen nadert een regengebied, dat in de loop van de middag een buiig karakter krijgt, mogelijk met onweer. De wind trekt aan tot windkracht 4. Het wordt niet warmer dan 15 graden.”

Met dat weerbericht moesten we het doen. Niettemin was het droog tijdens het opladen. Dat ging heel vlot, we gingen vlot op weg en het regende nog steeds niet, niet erg tenminste.

1 2 3

Ergens ten oosten van Zutphen is een indrukwekkend sluizencomplex in het Twentekanaal. Ontworpen in de tijd dat er geen computers waren. Voor het ontwerp is erg veel met rekenlinialen geschoven en dat kun je eraan zien. Bij een bescheiden voorpostje van het complex parkeerden we, kleedden ons om en gingen te water.

Er is daar een zijtak van de Berkel die na een stuw in het Twentekanaal uitmondt. Waarom dat nodig is is niet direct duidelijk maar het maakt het mogelijk om het Rondje Zutphen te maken zonder gedoe met heen en weer rijden tussen begin- en eindpunt. We begonnen met eenden opjagen. Ze hadden jongen en ze maakten bezwaar tegen onze aanwezigheid. Een fuut zwom onverstoorbaar door.

De Berkel kwam in zicht en daar moesten we overdragen. Dat zat ons niet glad. Men is bezig met het verhogen van natuurwaarden aldaar en tussen stuw en spoorbrug was alles afgezet. We moesten een stuk afzetting verwijderen. Er was een grote quasi-natuurlijke constructie in aanbouw, een soort stroomversnelling leek het. Benieuwd of die de stuw geheel moet vervangen en of de stuw dan ook afgebroken wordt.

7 5 6

Het regende weer wat en we voeren rustig de Berkel af. Weilanden met koeien, Boerderijen, landgoederen, aan alles zag je dat je in de Achterhoek was.
En weer een stuw. Die was nog helemaal ouderwets intact, maar de oever was al natuurlijker gemaakt. Licht glooiend met zand- en modderstrandjes. Hoe gaan die er over een paar jaar uitzien? Riet? Hoge brandnetels? Bramen? Of gras met koeien? Nu konden we er comfortabel uitstappen.

39 36 29

De buitenwijken van Zutphen zagen er aantrekkelijk uit. Villas, bungalows aan het water, veel groen en oude bomen, parken en parkjes en de Berkel kronkelde er zeer schilderachtig doorheen.

Het riviertje ging langzaam over in een oude stadssingel, met bochten waar vroeger de bastions lagen en eilandjes met oude bomen als resten van de ravelijnen. Je moet het op kaarten zien om het te herkennen, maar het was mooi varen. Langs statige herenhuizen en minder statige flatgebouwen en dan ineens een onopvallend bruggetje waar we onderdoor moesten.

Daar was de beroemde Berkelpoort. Een machtige middeleeuwse constructie bedoeld om vijanden buiten de stad te houden. Wat voor vijanden waren dat? Morrend landvolk? Roversbenden? Een roofridder uit de buurt? Een concurrerend stadje? Een serieus leger zou niet erg onder de indruk zijn van zo’n metselwerkje, ook niet in de Middeleeuw. Waarschijnlijk dienden poorten voornamelijk als statussymbool voor een trotse stad.

DSCN0114

Vervuld van historisch besef peddelden we de binnenstad in. Zutphen is een prachtige oude Hanzestad en dat wil Zutphen graag laten weten. Er lagen fraaie nieuwe berkelzompen te wachten op toeristen. Electroboten, en ik heb op een kanoblog gelezen dat ze niet achteruit kunnen varen en ook niet kunnen keren. Moet je als kajakker verdacht op zijn.

Het regende in Zutphen. Op een brug stond een groepje toeristen met gids en paraplu mistroostig te kijken. Zo te zien benijdden zo ons niet en dat was wederzijds.
De Berkel is in de stad een smal grachtje dat naar een nog smaller tunneltje voert. Donker natuurlijk, maar er gaat automatisch verlichting aan. De straat erboven heet toepasselijk: “Overwelving”. Verder vaar je tussen hoge kademuren en ze ziet niet zoveel van het stedenschoon, behalve dat het oud en statig is.

52       Tunnel onder de Overwelving     tunneltje

Ergens was een trap met een kadestoepje. Klein, maar je kan er aanleggen. En dan moet je boot voor boot de trap ophijsen. Vervolgens met boten een drukke weg oversteken naar de IJsselkade. Daar is ook een lage kade en daar kun je instappen. Het regende en er stond een gure wind. Nu we toch aan wal waren gingen we eerst maar eens wat eten, hier was tenminste nog wat beschutting van bomen. Dat was niet zo heel lang leuk. Instappen dus en verder, langs een grote klep waardoor het Berkelwater in de IJssel stroomt.

IJsseldijk met de marshaven erachter

IJssel en de spoorbrug

Uitstroom van de Berkel in de IJssel

Er was wat meer scheepvaart op de IJssel dan we op de Rijn gewend zijn. Met de stroom mee en de wind in de rug peddelden we verder. Langs de houthaven en de Marshaven en dan het Twentekanaal in. Eigenlijk niet zo‘n fraai vaarwater maar het was lekker breed en het was beschut en we peddelden genoeglijk verder. Voor ons lag een schip voor een brug. Het leek stil te liggen, alsof het niet onder een brug doorkom. Dichterbij gekomen zagen we dat het wel degelijk vooruitkwam. De schipper had zeker even geen zin meer. Maar even later kregen we een sluizencomplex in het oog. Natuurlijk, dat schip wacht. Maar is dat dan al het einde van onze tocht? Onverwacht snel, hoeveel kilometer hebben we nou gevaren? Ja hoor, daar rechts is de stuw waar de auto’s staan.

Het schip dreef uiterst traag naar de sluis. En wij voeren naar de stuw. Geen kanosteiger, maar de oever was niet moeilijk. Uitstappen dus en omkleden.

Panorama1

Het regende stevig. Dat hadden we onderweg misschien niet zo gemerkt. De weg over de sluis was druk. Die mensen die vanuit hun auto naar ons kijken moeten het wel een heel treurig schouwspel vinden: een stel natte lieden die op een natte parkeerplek onder druipende bomen hun natte kleren uitdoen. Het was inderdaad een natte bedoening.
Maar we hoefden allen nog op te laden en naar huis te rijden. En in Arnhem bij Jason was het weer droog.

afstand-rondje-zutphen