Zaterdag 21 juni 2014 om 07:00 u bij Jason. We waren met negen. Twee auto’s en een trailer. En op weg naar Lauwersoog.
Een heel eind rijden, met weinig verkeer heel vlot. De lucht betrok, er kwam een felle bui, het klaarde weer op en dat herhaalde zich. In Friesland was nog steeds veel gras, maar het Friese stamboekvee vertoonde zich nauwelijks meer.
Lauwersoog. Waar moeten we zijn? Aan het einde van de havendam. Dat was om de vissershaven, met allerlei interessant uitziende boten, heenrijden. Het was overduidelijk aan het ebben en we moesten even zoeken waar we te water zouden gaan. Stef beet de spits af, stak de haven over en ging in de luwte van het havenhoofd wachten. Ben lag snel naast hem en hij begon mosselen van de damwand te plukken. Toen iedereen er was riep hij nog wat aanwijzingen en we voeren de haven uit.



De wind was straf. Buiten de beschutting van de haven stond een flinke golfslag. Voor doorgewinterde zeerotten waarschijnlijk een gewoon kalm zeetje. Voor nieuwelingen: uitdagend. Met de kop in de wind zeewaarts. Volg de rode boeienlijn, gewoon, een eindje naar zee. Windkracht 4 of vijf, flinke golven.
Bij boei Z10 even pauze. Een vlotje maken. En merkwaardig, de boten worden door de golven of door de wind vanzelf op een kluitje gedreven. Hoe komt dat? Drijft de wind misschien een enkele kajak iets sneller voort dan een vlotje van twee of meer? Of doet de stroom dat?
We dachten stil te liggen. Naast een boei. Maar waar is die boei ineens? Die vloedstroom heeft ons wel heel snel teruggedreven, Zonder peddelen zijn we ook zo weer in de haven.
Terugvaren maar. Ben riep weer aanwijzingen: “Scheg gebruiken als we met de wind meevaren”. Dat was duidelijk, zonder lukt het niet om koers te houden. “Speel een beetje met die scheg en ontdek hoever die uit moet!” Hee, als je stilligt kom je (zonder scheg) dwars op de wind te liggen, maar als je vaart dan loeft de boot op. Hoe komt dat? Werkt de boot als een windvaan? Vangt het voorschip als je vaart ineens minder wind dan het achterschip? Ligt dat aan je boeggolf? Of is er meer waterdruk voor dan achter? Zeekajakken is moeilijk! Thuis maar eens een natuurkundeboek erbij pakken.



Schiermonnikoog verdween in de verte achter een bui en wij voeren snel terug. Even uitpuffen in de luwte. En dan de sluis door. Ziet die sluiswachter ons wel? Henk pakte de marifoon en na een hele tijd mochten we de sluis in. Een vreemde gewaarwording: nergens iets van een sluiswachter te bespeuren. Zit er ergens in een Utrechtse kantoortoren een ambtenaar achter zijn PC twintig sluizen te bedienen?



Daar waren we op zoet water. Even ergens aanleggen voor een eetpauze. We bleken bij een verboden gebied te zijn, dus we keerden om en gingen richting camping. Bij de speeltuin confiskeerden we de picknicktafel. Na eten en drinken wilden sommigen wel stoppen en de auto’s gaan ophalen. Anderen voeren nog even naar Oostmahorn.
Het was nog even een eind lopen naar de auto’s. Onderweg van alles te zien plantjes, bootjes en de Waddenzee. Terug op de camping het hele gedoe van kano’s sjouwen, tenten opzetten, pakken uithangen, in de zon zitten, douchen.





We naderden het eiland en we zagen boeien die de havengeul markeerden. En we zagen andere peddelaars de haven invaren. Toen werd het ineens heel ondiep; een enkeling moest gaan lopen. Maar we kwamen in de geul en in de haven en daar stonden Ada en Andrea naar ons te kijken. Zij waren in een groep met Klaas Hofman hierheen gevaren.
Het aan land gaan had wat voeten in aarde. In vette smurrie dan. De meesten stapten dan ook maar aan een steiger uit en die kregen meteen op hun donder. Jachthavenvolk moet hier kennelijk niets hebben van kajaks op hun steigers. We tilden ze maar wat hoger.



Even wat rusten, eten, omkleden en dan het eiland maar eens bekijken. We konden toch nog lang niet weg.
Via de Reeweg liepen we naar het dorp. In de weilanden liepen alle vogels rond die op de informatieborden vermeld werden: Scholeksters, Gruttos, Kieviten enz. Het beroemde hotel van der Werff, daar waar de tijd heeft stilgestaan, had geen aantrekkelijk terras, dus we gingen aan de overkant koffie drinken. Daarna even het dorp door, over een bungalowpark en terug naar de haven. Het water was nog te laag dus nog maar even wachten.



Op het Zoutkamperlaag sleurde de vloed ons richting haven. We werden ook nogal uit elkaar gedreven. De veerboot kwam eraan en het was even niet duidelijk welke richting hij op zou gaan. Waarom hebben die dingen geen richtingaanwijzers?
Na een paar uur voeren we weer rustig de haven in. Het was druk op de havenhoofden. Mooi weer, dagjesmensen, parkeerterrein vrij vol. Onder veel bekijks landden we aan en trokken de boten op het droge. Omkleden, opladen en op weg.

