Verslag van Rolf
Nooit geweten dat er in Nederland een dorp ligt dat “Noorden” heet.
Maar Zaterdagmorgen 6 juni, aan het eind van de ochtend zaten we daar met 8 kajakkers op een terras aan de koffie.
Met appeltaart, geserveerd op een plaatje leisteen. Anton was onze tochtleider en op een enkele boomstam na kent hij het gebied op zijn duimpje. Er was een drukke straat, en het watertje ernaast, met kanosteiger, werd ook druk. Gelukkig kunnen we veel vlotter instappen en wegvaren dan de gemiddelde dagjesmens.
Vanuit Noorden gingen we (bijna) recht naar het Zuiden. Kompaskoers 170, de Vlietsloot.
Een breed,recht water voorzien van waterlelies en gele plomp. Aan de oevers riet, gele lis,
koekoeksbloem, hangende zegge en meer van dat moois. In de lucht wat kieviten, reigers, aalscholvers en op een gegeven moment zwarte sterns. Zuid Holland, plat en nat en mooi.
De Vlietsloot mondt uit in het riviertje “De Meije”. Zo’n kronkelend watertje wat al honderden jaren onopgemerkt door het veen stroomt en dat bleef doen ook toen het veen al half afgegraven was. Een waar Oudhollands landschap met riet, koeien en molens. Nou ja, de molens waren niet Oudhollands, maar een kniesoor die daarop let.
Er stonden mooie voormalige boerderijtjes aan het water. Er moest ook een wegje langs lopen, maar daar was niks van te zien. Wel waren er bruggetjes. Sommige brugjes waren laag en sommigen hadden daar wat moeite mee. Maar Anton, die de streek op zijn duimpje kent, wist wel raad. De brugjes blijken draaibruggen te zijn, en ze draaien heel makkelijk.
Ergens bij een zijsloot ging Anton, die de streek op zijn duimpje kent, twijfelen. Het was de sloot die we hebben moesten, maar hij zag er niet erg bevaarbaar uit. Waterlelies, gele plomp, veel riet en zeggen leken de overhand te hebben gekregen. Dus we voeren wat verder naar het westen en we namen de volgende sloot naar het noorden.
Een mooie, rechte, brede watergang die uitkwam op een nog bredere veel minder rechte dwarsgang. Een mooie terugblik naar een kerktorenje aan het begin van de sloot.
Aan het eind van de sloot lag een boomstam over het water. Duidelijk met een bedoeling daarneer gelegd: we konden er niet langs, onderdoor, overheen of anderzins verder. Terug dus, andere sloot proberen. Die liep dood. Verder terug, andere sloot in en ineens waren we op de plas.
De plas staat op de kaart geelgekleurd. Dat is dus: “Vaarwater, verboden voor vaartuigen door mechanische kracht voortbewogen.” Dan vraag je je wel af of electromotoren dan niet onder “mechanische kracht” vallen.
Er voer van alles. Zeilschoolzeilbootjes, pretkanos met kleuters, kalme electromotorbootjes met kalme bejaarden, feestschuiten geladen met bier en feestgangers, pieremagoggels met vissers erin en zelfs een enkel bootje met lieden die duidelijk een beroep zaten uit te oefenen.
De plas is open water. Op open water heb je meestal wind. Waar wind is gebruik je de scheg.
En de scheg is heel storingsgevoelig. Kortom, sommigen waren blij toen het open water wat minder open werd. Toen waren alle schegstoringen inmiddels opgelost.
We doken weer een wirwar van wateren en watertjes in. Net op het moment dat ieder wel de benen wilde strekken rondden we een bosje en daar lag een steigertje met bankjes. Even wat eten, drinken, praten, om ons heen kijken. We zaten tussen de brandnetels en we hadden uitzicht over wijde vlakten met riet en zeggen, elzen en wilgen. Er vlogen ganzen en reigers en nog veel andere vogels. Ik dacht zelfs nog een kiekendief te zien.
Weer instappen en verder door brede rechte sloten, smalle kromme sloten en kleine plassen.
Orientatie werd lastiger, we kronkelden en zagen een toren links, we kronkelden en zagen een toren rechts, we kronkelden en we zagen die toren niet meer. We voeren heel wat kilometers per vierkante kilometer leek het.
Rietkragen zijn rietkragen maar nu kwamen we tussen rietkragen die ons bekend voorkwamen. Een draai naar links en we peddelden naar het noorden. Spoedig kwam de kerktoren van Noorden in zicht en er was veel verkeer.
Uitstappen waar we ingestapt waren. Het was er weer, of nog steeds, druk. En we waren toch een beetje stijf geworden. Het weer was schitterend en we wilden allemaal wel een ijsje.
En dan weer dat opladen, terugrijden, uitladen.
Link naar de gevaren route
Bewaren
Bewaren