Vroeg in de ochtend, men kan zeggen te vroeg, vertrekken we vanaf Jason om onze peddels nat te maken in de Loosdrechtse plassen. Het weer is helder, de lucht is blauw.
“Heeft er iemand zonnebrand mee?” zucht ik. Tja, ik was uitgegaan van compleet ander weer toen ik mijn tas inpakte. Neopreen is eigenlijk overkill- ik moet die dag een keer rollen om niet te warm te worden.
We staan op een camping midden in het hart van de Loosdrechtse plassen. Tochtleider Harriët leidt ons over een paar van de plassen, en op ontdekking door het moeras bij Oud-Loosdrecht. Ondanks dat het op de kaart allemaal vrij simpel lijkt heeft het gebied veel afwisseling. Frank weet op een gegeven moment een mooie route voor ons en vervolgens peddelen we onder de struiken en takken door in een stukje met extreem laag, maar helder, water.
Die avond waait het flink, maar zitten we lekker droog in onze tenten.
De volgende dag willen we een rondje doen over de Vecht. Om hier te komen moeten we eerst door een sluis met een bocht – voor twee euro per kano. Mopperend stemmen we hier mee in.
Aan de Vecht staat paleisje na paleisje ons aan te gapen en wij vergapen ons aan de buitenhuisjes. Ook komen we langs kasteel Nijenrode, wat leuke kiekjes oplevert.
Een stukje verder moeten we weer door een sluis, die we zelf open- en dicht moeten draaien. Ton neemt deze taak op zich en vermaakt zich kostelijk.
Onze pauze houden we bij Fort Tienhoven. Dit dichtgemetselde fort zit op een eiland en is alleen benaderbaar vanaf het water. Het stamt nog uit de 19e eeuw, maar de bakstenen en betonnen kolos geeft weinig geheimen prijs.
Als de dag weer ten einde loopt peddelen we terug naar de camping. Dat heeft toch iets jammerlijks met zich; ik wil eigenlijk nog verder varen. In twee dagen hebben we veel ontdekt en een paar relaxte dagtochtjes gemaakt van – ik schat – zo’n 20 kilometer per dag.
Tochtverslag van Jeff